WordReference kan deze exacte zin niet vertalen, maar als je op de afzonderlijke woorden klikt zie je de betekenis van deze woorden.

talk sth out


WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:

Voornaamste vertalingen
EngelsNederlands
talk to [sb] vi + prep (speak to, address)praten met, spreken met, praten tegen, spreken tegen ww+vz
 She talks to her pets even though they can't respond.
talk about [sth/sb] vi + prep (discuss)praten over, spreken over, discussiëren over ww+vz
 We talked about the film we had just seen.
talk vi (speak to one another)praten, spreken onoverg.ww
 I'm glad I bumped into you; can we talk?
talk n (lecture)lezing nw de
 The talk concerned global warming.
talk n (conversation)conversatie nw de
  gesprek, onderhoud nw het
 Their talk was about politics.
talk n (topic of conversation)gesprek nw het
 The political talk didn't interest me much, so I went outside.
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.
Aanvullende vertalingen
EngelsNederlands
talk n (way of speaking)manier van spreken nw de
 Her talk made it obvious that she was from New York.
talk n (gossip)roddel nw de
  geroddel nw het, ont.
  achterklap nw de, ont.
 There is too much talk in this town; people should mind their own business.
talk n (not action)praatjes nw mv
 He is all talk and no action; don't expect that it will ever happen.
talk,
talks
npl
(negotiations)onderhandelingen, besprekingen nw mv
 The talks to end the war continued.
talk vi informal (reveal secrets)bekennen, opbiechten onoverg.ww
 After four hours of interrogation, the witness finally talked.
talk vi (gossip)roddelen, babbelen onoverg.ww
 The old ladies love to talk. I would ignore them if I were you.
talk vi (give a lecture)een lezing geven, een toespraak houden
 The ambassador is going to talk at the university tonight.
talk vi (have power) (figuurlijk)regeren overg.ww
  regeren onoverg. ww
 You know that money talks, don't you?
 Je weet toch dat geld de wereld regeert?
 Geld regeert.
talk vi colloquial (exclamation of disgust) (informeel)gesproken volt.deelw
  zeggen overg. ww
 Talk about a stupid thing to do! I can't believe you did that!
 Over domheid gesproken! Hoe kon je dat nou doen?
 En zeggen dat hij helemaal geen geld heeft!
talk,
talk into
vtr
(persuade)overhalen, ompraten overg.ww
 She talked him into going to the cinema that night.
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.

WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
NederlandsEngels
conversatie nw de (gesprek)conversation, talk n
  (informal)chat n
bespreking nw de (het bespreken)discussion n
  talk n
  meeting n
praat nw de, ont. (het spreken)talk n
  talking n
gesprek nw het (mondeling onderhoud)talk, conversation n
  (informal)chat n
gepraat nw het, ont. (het praten)talk, talking n
  chat n
  (informal)tittle-tattle n
het woord hebben onoverg. uitdr. (spreken)have the floor v expr
  speak vi
  talk vi
praten onoverg. ww (spreken)talk, speak vi
spreken onoverg.ww (taalklanken produceren)speak, talk vi
praten onoverg. ww (gesprek voeren)talk, speak vi
  (formal)converse vi
spreken onoverg.ww (zich in taalklanken uiten)speak, talk vi
  say vtr
klappen onoverg. ww (praten)tell vtr
  talk, speak vi
  chat vi
  blab vtr
onderhoud nw het, ont. (gesprek, bespreking)conversation, talk n
spreken overg.ww (praten met)talk, speak vtr
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.
Aanvullende vertalingen
NederlandsEngels
een gesprek voeren lidw+nw+ww (spreken met)hold a conversation, have a conversation vi
  talk vi
  (formal)converse vi
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.
Samengestelde woorden:
NederlandsEngels
aanspreken over overg. uitdr. (spreken over iets met iemand)talk about, speak about vi + prep
bespreken overg. ww (spreken over)discuss vtr
  talk about vi + prep
bewegen tot ww+vz (overhalen om te)persuade to vtr + prep
  talk into vtr + prep
een goed gesprek hebben onoverg. uitdr.have a good talk, have a good conversation v expr
het hebben over overg. uitdr. (iets bespreken)talk about vi + prep
iemand zover krijgen onoverg. uitdr. (iemand overhalen)talk someone into v expr
  convince someone to v expr
  get someone to v expr
koetjes en kalfjes nw mv+vw+nw mv figuurlijk (onbelangrijke zaken)small talk, chit chat n
onzin praten nw+overg. ww (nonsens verkondigen)talk nonsense v expr
onzin verkopen nw+overg. ww figuurlijk (nonsens verkondigen)talk nonsense v expr
overhalen tot ww+vz (bewegen om, overreden)persuade to vtr + prep
  talk into vtr + prep
praten over ww+vz (bespreken, spreken over)talk about, speak about vi + prep
  discuss vtr
  comment on vi + prep
spreken met ww+vz (praten met)speak with, speak to, talk with, talk to vi + prep
vies bw (op schunnige wijze)dirtily adv
  (informal)talk dirty v expr
  sordidly, squalidly adv
  lewdly, obscenely, distastefully adv
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.

WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:

Samengestelde woorden:
EngelsNederlands
baby talk n (infantile speech)kindertaal nw de
 Linguists study baby talk to discover how we acquire language.
baby talk n (adult imitation)kinderpraat nw de, ont.
 We never used baby talk when talking to our children.
backtalk,
back talk,
back-talk
vi
(make insolent retort)een weerwoord hebben onoverg. uitdr.
backtalk [sb],
back-talk
vtr
(make insolent retorts to [sb])tegenspreken overg. ww
  een weerwoord geven overg. uitdr.
 Don't you dare backtalk me, young lady!
crosstalk,
cross-talk,
cross talk
n
(telephone, radio: interference)overspraak, interferentie nw de
crosstalk,
cross-talk,
cross talk
n
(chat, informal conversation) (informeel)praatje nw het
  babbel nw de
crosstalk,
cross-talk,
cross talk
n
UK (witty dialogue)crosstalk nw de
  gevatte dialoog woordgr.
doublespeak,
double talk,
double-talk
n
(misleading language) (figuurlijk)gespleten tong bn + nw de
  dubbelzinnig taalgebruik bn+nw het
have a little talk v expr informal (discuss [sth] sensitive) (informeel)eens een gesprekje voeren, een babbeltje hebben frase
 Young lady, I think it's time you and I had a little talk.
 Het wordt tijd dat wij eens een gesprekje voeren, jongedame.
have a talk with [sb] v expr (discuss)spreken met ww + vz
 If you want to renovate your kitchen, you should have a talk with my brother: he did it last year.
 Ik wil dat je je keuken renoveert, je moet eens spreken met mijn broer, hij heeft dat vorig jaar gedaan.
idle talk n (gossip, rumor)kletspraat nw de, ont.
  roddel nw de
  praatjes nw mv
  (Belg.)zever nw de, ont.
 I've heard idle talk at the school gates that Liz may be getting a divorce.
talk big v expr US, slang (boast) (fig., informeel)een grote mond hebben frase
  opscheppen onoverg.ww
 He talks big, but he's not really such a great golfer.
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.

Forumdiscussies met de woorden "talk sth out" in de titel:

  • Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Professional English<>Dutch translators wanted.
Help build the WordReference.com English-Dutch dictionary.

Bekijk de machinevertaling van Google Translate van 'talk sth out'.

In andere talen: Spaans | Frans | Italiaans | Portugees | Roemeens | Duits | Zweeds | Russisch | Pools | Tsjechisch | Grieks | Turks | Chinees | Japans | Koreaans | Arabisch

Advertenties
Advertenties
Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com
WORD OF THE DAY
GET THE DAILY EMAIL!